Vereisten handhavend optreden
Om gebruik te kunnen maken van een last onder dwangsom of last onder bestuursdwang moet u als handhavend bestuursorgaan kunnen aantonen dat er sprake is van een (1) overtreding en een (2) overtreder, waaraan door het (3) bevoegd gezag een last onder dwangsom/bestuursdwang wordt opgelegd. Klik hier voor meer informatie over het vaststellen van een (1) overtreding, (2) overtreder en het (3) bevoegd gezag.
Om als handhavend bestuursorgaan te kunnen aantonen dat de aangeschreven rechtspersoon of natuurlijke persoon kan worden aangemerkt als overtreder en dat er sprake is van een overtreding, dient het bevoegd gezag over bewijs te beschikken. Onder het kopje ‘Bewijsverzameling’ geven wij tips voor het succesvol verzamelen van het benodigde bewijs. Stel het beschikbare bewijs ten tijde van het opleggen van een last onder dwangsom en/of bestuursdwang beschikbaar aan de overtreder.
Tips:
-
-
- Het bevoegd gezag kan per overtreding één herstelsanctie opleggen. Er kan geen herstelsanctie worden opgelegd, zolang een andere wegens dezelfde overtreding opgelegde herstelsanctie van kracht is (artikel 5:6 Awb);
- In de last onder dwangsom en/of last onder bestuursdwang dient te worden aangegeven welke overtreding moet worden gestaakt. Hiertoe dient de handhavende overheid, vanuit het oogpunt van rechtszekerheid, voldoende duidelijk te maken hoe de overtreder aan de last kan voldoen door een mogelijke herstelmaatregel te beschrijven;
- Het staat de overtreder vrij om een alternatieve herstelmaatregel te treffen, mits daarmee aan de last tot het staken van de overtreding wordt voldoen.
-
Overtreding (art. 5:1 lid 1 Awb)
Een overtreding is een gedraging die in strijd is met het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift. Die voorschriften kunnen in de wet te vinden zijn, maar ook in een besluit of een vergunning. Onder gedraging valt ook een nalaten of het laten voortbestaan van een verboden toestand.
Het is van belang om vanaf het eerste moment duidelijk te hebben welke voorschriften in uw situatie precies overtreden wordt/worden of dreigt/dreigen te worden overtreden. De overtreding vormt immers de grondslag voor uw handhavingsmogelijkheden.
Let op: ook titel 17.2 van de Wet milieubeheer (art. 17.6 e.v.), waarin Richtlijn 2004/35/EG betreffende milieuaansprakelijkheid (Milieuaansprakelijkheidsrichtlijn) is geïmplementeerd, kan een grondslag vormen voor handhavend optreden. Achter het kopje Milieuaansprakelijkheidsrichtlijn geven wij meer informatie over titel 17.2 Wm.
Tip: Vergeet niet dat mogelijkerwijs ook zorgplichten worden geschonden bij een milieucalamiteit. Bijvoorbeeld de algemene zorgplicht voor het milieu (art. 1.1a Wm), de zorgplicht voor de bodem (art. 13 Wet bodembescherming (Wbb), en/of de zorgplicht voor de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam (art. 6.8 Waterwet (Wtw)).
Overtreder (art. 5:1 lid 2 Awb)
Normadressaat
De overtreden norm bepaalt in de regel wie als overtreder kan worden aangemerkt. Zorgplichtbepalingen richten zich veelal tot eenieder (en niet alleen tot de vergunninghouder), terwijl andere regels zich tot een specifieke (rechts)persoon richten zoals de drijver van een inrichting.
Medeplegen/functioneel daderschap
Het is mogelijk dat meerdere natuurlijke en/of rechtspersonen kunnen worden aangemerkt als overtreder. Het bevoegd gezag heeft hierbij de keuzevrijheid wie bij het handhavingstraject wordt aangemerkt als overtreder. Het is echter raadzaam om de kring van overtreders breed te houden, omdat dit uw kostenverhaalmogelijkheden verruimt.
Tip:
- via het handelsregister van de Kamer van Koophandel (KvK) en het Kadaster is vaak na te gaan welke partijen mogelijk zijn te kwalificeren als overtreder.
- via het handelsregister van de Kamer van Koophandel is na te gaan welke natuurlijke personen bevoegd zijn de betrokken rechtspersonen te vertegenwoordigen.
- ook de grondeigenaar, niet zijnde vergunninghouder, kan onder omstandigheden worden aangemerkt als overtreder.
- ook de bestuurder van de rechtspersoon die de overtreding heeft begaan kan onder omstandigheden worden aangemerkt als overtreder.
Bevoegd gezag
Naast het vaststellen van de overtreding en de overtreder, moet worden vastgesteld welk bestuursorgaan bevoegd is tot handhaving. Bestuursorganen zijn slechts bevoegd tot handhaving als die bevoegdheid hen bij wet is toegekend.
Soms is er bij een milieucalamiteit niet sprake van één bevoegd gezag, maar van meerdere bevoegde overheden. Naast de bestuursorganen van de gemeente, de provincie, het Rijk en het waterschap kan het Openbaar Ministerie bevoegd zijn tot handhaving (alleen strafrechtelijk). Als sprake is van meerdere bevoegde overheden, is samenwerking en afstemming tussen deze organen van groot belang. Diverse wetten, waaronder de Wabo en Titel 17.2 Wm (Milieuaansprakelijkheidsrichtlijn), kennen in dit verband coördinatiebepalingen waarmee rekening moet worden gehouden.