Fase 3: Afhandeling en kostenverhaal

Bij het toepassen van bestuursdwang kan een handhavend bestuursorgaan kosten maken. Op grond van artikel 5:25 lid 1 Awb geldt dat de overtreder van het in de last onder bestuursdwang vermelde, overtreden voorschrift de kosten dient te vergoeden die zijn verbonden aan de toepassing van de bestuursdwang. Hoewel kostenverhaal het uitgangspunt is, is het bevoegd gezag niet verplicht om hiertoe over te gaan. Bij het verhalen van de kosten van bestuursdwang geldt:

      • Tot de kosten van bestuursdwang behoren ook de kosten van de voorbereiding van bestuursdwang, indien en voor zover deze zijn gemaakt ná het verstrijken van de termijn waarbinnen de last had moeten worden uitgevoerd (art. 5:25 lid 3 Awb).
      • De kosten van de voorbereiding van bestuursdwang zijn ook verschuldigd voor zover als gevolg van het alsnog uitvoeren van de last door de overtreder geen bestuursdwang is toegepast (art. 5:25 lid 4 Awb).
      • Tot de kosten van bestuursdwang behoren – in beginsel – tevens de kosten van vergoeding van schade die het bestuursorgaan heeft toegebracht aan derden bij de uitoefening van de bestuursdwang (art. 5:25 lid 5 Awb).
      • Teneinde de kosten van bestuursdwang vergoed te krijgen, moeten de verschillende kostenposten in de kostenbeschikking worden onderbouwd met stukken (opdrachtbrieven, contracten, rekeningen, betaalbewijzen etc.). Ervaring wijst uit dat een goede boekhouding en administratie essentieel zijn voor kostenverhaal.
      • Hoewel de last moet worden bekendgemaakt aan meer partijen dan de overtreder (art. 5:24 lid 3 Awb), kunnen de kosten van bestuursdwang alleen worden verhaald op de overtreder.
      • Zijn er meer overtreders, dan is elk van hen hoofdelijk aansprakelijk.
      • Het bestuursorgaan stelt de hoogte van de verschuldigde kosten vast in een kostenverhaalsbeschikking. In de kostenverhaalsbeschikking moet inzichtelijk worden gemaakt welke kosten er precies zijn gemaakt ter uitvoering van de bestuursdwang.

Ook als de overtreder reeds failliet is verklaard, kan handhavend worden opgetreden. De curator van de overtreder heeft een eigen, zelfstandige, verplichting tot naleving van milieuwetgeving ten aanzien van een tot de (failliete) boedel behorende inrichting. Als de curator die verplichting niet naleeft, kan aan hem een last onder dwangsom en/of last onder bestuursdwang worden opgelegd. De schulden die voortvloeien uit deze bestuursrechtelijke lasten zijn boedelschulden. Zie in dat kader: HR 4 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:833.

Share This